In Memoriam

Erik Bongers †, 1949-2016

Dinsdag 20 december is op 67-jarige leeftijd Erik Bongers overleden. Velen van ons weten wel dat Erik al heel lang leed aan multiple sclerose en dat zijn fysieke gestel steeds heftigere klappen kreeg. Daar waar het vele jaren nog een kwestie was van twee stappen achteruit gevolgd door weer één voorwaarts, ging de spiraal het afgelopen jaar alleen maar naar beneden. Omdat zijn handicaps nu zodanige vormen aannamen dat een voor hem acceptabel leven niet meer mogelijk was, verkoos hij ervoor zijn leven als voltooid te beschouwen. Dinsdag is Erik in aanwezigheid van zijn vrouw Hennie en dochter Anne overleden.

Erik was een echte Voorschotenaar. Al als jonge junior werd hij in de jaren zestig lid van onze vereniging en alleen omdat hij af en toe een paar jaar tussendoor in andere steden werkzaam was, is hij dat niet altijd gebleven. Maar zo gauw hij dan weer in de regio terugkwam meldde hij zich direct op de clubavonden. En niet zonder succes! Erik was in zijn hoogtijdagen een sterke speler die jarenlang mede zijn stempel heeft gedrukt op de in- en externe resultaten van de sv Voorschoten. Zo is hij zesvoudig clubkampioen (alleen Peter Wilschut heeft meer titels behaald), waarvan de eerste in 1976 en de laatste in 1995, waaruit je kunt opmaken dat hij gedurende minstens twintig jaar met de allerbesten mee kon. En als hij niet tussendoor elders in het land was geweest – zo speelde hij bijvoorbeeld ook nog een jaar hoofdklasse (wat we nu de meesterklasse zouden noemen) voor De Variant uit Breda – waren daar wellicht nog wel meer kampioenschappen aan toegevoegd.

Daarnaast heeft hij ook bestuurlijk zijn steentje bijgedragen. Hij was wedstrijdleider, programmeerde het allereerste Keizer-computersysteem, dat nog tot in de negentiger jaren is gebruikt, en was ook enige tijd voorzitter. Van één activiteit in die laatste hoedanigheid plukken we nog steeds de vruchten: het Koningsdagtoernooi. Ooit wilden Erik en ik op Koninginnedag aan een schaaktoernooi meedoen en kwamen er toen achter dat de dichtstbijzijnde in Boxtel (Noord-Brabant) was. We zijn er naartoe geweest, maar al in de auto hadden we het erover dat dat toch wel beter moest kunnen. Het volgend jaar was ons eigen Koninginnedagtoernooi geboren – dankzij Erik.

Maar boven alles was Erik een fanatieke schaker. Niet alleen op de club, of achter de computer (waar hij vaak te vinden was), in lange vluggertjessessies, maar ook in allerlei buitenlandse toernooien – en daar was ik bijna altijd bij. Het Echternach-weekend was twee decennia lang zo’n beetje vaste prik, maar ook en vooral zeven- of negendaagse toernooien ergens in Europa. Ik zie ons nog zitten op zonnige pleinen in vele plaatsen in Spanje, Frankrijk en Duitsland, aan Middellandse Zee-stranden, op de veerboot van Corsica naar Marseille waar het zo zwaar stormde dat de meeste gasten groen over de railing hingen maar ons gezelschap als enige copieus dineerde in het heftig deinende restaurant – schakers worden niet zeeziek –, in Kroatië en op vele andere plekken. Altijd met het schaakbordje bij de hand.

In de loop der jaren ging zijn schaakkracht wel achteruit. Waar ik hem in vroeger jaren af en toe zag winnen van IM’s, moest hij in de laatste periode van zijn leven een paar stevige stappen terug doen. Dat kwam niet alleen door de ouderdom – want daar hebben we nu eenmaal allemaal last van – maar vooral door die akelige ziekte die hij in zijn lichaam meedroeg. Die zorgde namelijk niet alleen voor lichamelijke achteruitgang, maar had ook een duidelijke invloed op zijn schaakvermogens. Het wilde gewoon niet meer zo goed. Concentratieproblemen, vingerfouten, blunders. Maar op het laatste toernooi dat we speelden, twee jaar geleden in Liechtenstein, was daar plots weer de oude Erik. Ingeschreven in een sterke veteranengroep stond hij na een paar uitstekende partijen ineens met 4 uit 5 op de tweede plek achter de legendarische Nona Gaprindasjvili, 16 jaar lang wereldkampioene bij de vrouwen, de eerste vrouwelijke GM en een soort van heldin voor Erik. We hoopten heel erg dat zij zijn volgende tegenstander zou worden en dat dat niet gebeurde vind ik nog steeds jammer.

De laatste jaren speelde Erik, inmiddels verhuisd naar Sassenheim, geen interne competitie meer bij Voorschoten maar deed nog wel mee aan het maandagmiddagschaak, tot vorig jaar aan toe. Toen hij zo weinig mobiel werd dat ook dat niet meer ging, meldde hij zich nog wel bij de schaakclub Sassenheim. Dat was bij hem om de hoek. Drie weken geleden heeft hij daar zijn laatste partij gespeeld. Toen was het echt op.

Onze schaakvereniging heeft met het overlijden van Erik een lid verloren dat een grote rol gespeeld heeft in de geschiedenis van de club. Zelf – en dat geldt natuurlijk ook voor vele anderen – ben ik een dierbare vriend kwijt geraakt aan wie ik vele uiterst plezierige herinneringen bewaar. Erik is er niet meer maar die herinneringen blijven. Ik zal ze koesteren.

De uitvaartplechtigheid wordt gehouden op zaterdag 24 december om 11.00 uur in de aula van crematorium Rhijnhof, Laan te Rhijnhof 4 in Leiden.

Sander Hilarius